return

Ontmoetingsplaats voor vreemden

Vorige week bezocht ik een lezing, of liever gezegd een interview, met Suad Amiry, de bekende Palestijnse auteur. Het vond plaats in het nieuw gerenoveerde Dar al Majus, Huis van de Drie Wijzen, niet ver van de Geboortekerk in het centrum van Bethlehem. Als ontmoetingsplaats die open is voor het publiek, inclusief pelgrims en toeristen, etaleert het huis een opmerkelijke architectuur met zowel oude als nieuwe vormen. Bethlehemse architecten ontwierpen het.

Jara, die deze zomer in Amsterdam haar MA in design als middel van dekolonisatie afrondde, kreeg de kans om hier als grafisch ontwerper en communicatie-assistant aan de slag te gaan, en ze gaat ook culturele evenementen mee organiseren.

Het Huis organiseert regelmatig culturele avonden. Directeur Vincenzo Bellomo: "Dar al Majus wil een 'huis van cultuur' zijn; het wil een huis van hulp en promotie zijn met werk als middelpunt. Werk is de plaats 'van de ziel' waar we elkaar elke dag ontmoeten…, het is de plek waar we anderen helpen zichzelf vorm te geven..." Op de avond is George Al Ama de interviewer, hij is een academicus, verzamelaar en onderzoeker in de Palestijnse kunst en materiële cultuur.

Suad Amiry is vooral bekend om haar Tweede Intifada-boek, Sharon and My Mother in Law, met wie ze allebei in gevecht was. Ze beschouwt zichzelf als een hakawati, een verhalenverteller meer dan een schrijver of architect, wat ze ook is. Ze zegt dat ze zich altijd de details herinnert van gesprekken die op specifieke locaties hebben plaatsgevonden. Als ze een locatie ziet, herinnert ze zich de inhoud van de gesprekken beter dan de namen of gezichten van de deelnemers. Haar Syrische moeder kwam uit Shams of Damascus; haar Palestijnse vader kwam oorspronkelijk uit Jaffa. Ze groeide op in Amman, Jordanië. Later trouwde ze met de Palestijnse intellectueel Salim Tamari in Ramallah, waar ze wonen.

De titel van haar nieuwe Engelse boek, Mother of Strangers, verwijst naar een van de bijnamen voor Jaffa (een andere, meer bekende is "Bruid van de Zee"). Mother of Strangers wijst op het voormalige kosmopolitische karakter van de stad vóór 1948 met zijn meer dan 100.000 inwoners en vele internationale bezoekers en etnische, religieuze of nationale stadsdelen - moslims, Armeens, joods, Italiaans, Grieks-orthodox enz.

Op een gegeven moment gingen zij en Salim met de taxi naar Jaffa om te proberen de oude plaatsen van vóór 1948 te identificeren die ze kende uit de beschrijvingen van haar vader. De reis liep uit op een teleurstelling omdat de huizen en winkels waren verwoest of onherkenbaar geworden. Haar gevoelens van verlies werden alleen maar versterkt. Op de terugweg naar Ramallah luisterde de taxichauffeur mee met haar conversatie met Salim ("zoals je weet luisteren taxichauffeurs vaak naar wat hun passagiers elkaar te zeggen hebben"). Na afloop zei de chauffeur: "Waarom praat je niet eens met mijn tante Shams, ook uit Jaffa? Ze weet veel over de plaats."

Zo vond het boek zijn oorsprong. Shams bleek een geweldige verteller met oog voor details, en dat gold ook voor haar voormalige geliefde Sobhi, ook uit Jaffa. In haar eerste boek waarin ze niet de hoofdpersoon is, vertelt Suad Amiry hoe de liefde van Sobhi en Shams tragisch werd afgebrokeen in de nasleep van de Nakbeh [ramp] van 1948 met de Palestijnse vlucht en verdrijving uit het vaderland. Het verhaal doubleert als een tragisch liefdesverhaal over Jaffa.

Ik begon het boek te lezen en het is boeiend. Het doet denken aan Stranger in the House (2009) van de Palestijnse auteur Raja Shehadeh, welke verhaalt van de overweldigende gevoelens van verlies die zijn ouders hadden jegens dezelfde stad, Jaffa. Ook zij konden na hun vertrek in 1948 niet terugkeren. (Suad zegt dat ze nooit spreekt over de 'oorlog' van 1948 als verantwoordelijk voor de vlucht van de Palestijnen omdat de grote meerderheid van de Arabische inwoners van Palestina vluchtte voordat de Arabische legers - kon je ze destijds wel 'legers' noemen? - Palestina binnentrokken). Het zomerhuis van de familie in Ramallah waar ze naartoe gingen, werd het nieuwe, permanente huis waar Raja Shehadeh werd geboren. Hoe "Jaffa" de politieke en juridische praktijken van zijn vader beinvloedde, wordt meer in detail beschreven in Raja Shehadeh's meest recente boek met de intrigerende titel "We Could Have Been Friends, My Father and I".

De interviewer George al-'Ama maakte een opmerking over hoe populair 'Jaffa' de laatste tijd in de Palestijnse cultuur is geworden. Misschien heeft het te maken met de behoefte om sterke gedeelde herinneringen en beelden te vinden in een tijd van Palestijnse fragmentatie, hoewel die herinneringen het besef van de huidige fragmentatie des te scherper en pijnlijker doen zijn.

Suad Amiry gelooft in orale geschiedenis, zegt ze. Ze wil de onderlinge draden ontdekken die mensen karakteriseren en verbinden. Te veel mensen sluiten zich op in brede categorieën zoals nationaliteit en religie. "Wij als Palestijnen hebben vooral een nationaal verhaal, geen individuele verhalen."

Ik herinner me dat ik jaren geleden eens deelnam aan een workshop in Beit Jala over orale geschiedenis. De Palestijnse deelnemers zeiden dat de Palestijnen na 1948 geen tijd hadden om hun verhalen op te schrijven, ondanks of misschien dankzij de toen nog overweldigende herinneringen aan de Nakbeh. De deelnemers aan de workshop pleitten niet voor individuele, noch uitsluitend nationale verhalen, maar eerder voor gemeenschapsverhalen, of misschien gemeenschapsverhalen verweven uit individuele verhalen, zoals in de boeken van Suad Amiry en Raja Shehadeh.

Een oudere man in het publiek zegt dat hij is geboren in Salamah bij Jaffa, een dorp dat na 1948 werd verwoest. Hij herinnert zich hoe Jaffa inderdaad een "moeder van vreemden" was, een culturele ontmoetingsplaats. Een ander in het publiek vraagt Suad of ze Damascus, Amman, Ramallah of Jaffa als haar thuis beschouwt. Allemaal, antwoordt ze, maar als je van een thuis bent afgesneden, wordt het een heel bijzonder thuis.


Dar al Majus 2022

Toine van Teeffelen
24-10-2022

return